Details
Reproductie
ObjectnummerFLM-87-579
Titelhooiroede van metaal en kunststof
Vervaardigeronbekend
BeschrijvingBetreft een hooiroede van metaal en kunststof. De hooiroede bestaat uit zeven onderdelen te weten: puntstuk (A), drie stangen (B-D), handvat (E) en opberghuls van twee delen (F-G).
Punt (A) is een driehoekige staaf, waarop het cijfer 7 staat, van circa twaalf cm. De drie stangen (B - D), gemaakt van rond metaal, kunnen aan elkaar worden gekoppeld met behulp van een schroefdraad. Het handvat (E), ovaal gevormd, kan op het einde van de stangen worden geschroefd.
De hooiroede kan worden opgeborgen in een metalen koker (vertind ijzerplaat). Deze metalen koker bestaat uit twee delen. In het kortste deel van de opbergkoker is een schroefdraad aangebracht waarin het handvat kan worden gedraaid. Op meerdere plaatsen is in het metaal de tekst ingekerfd: WOUDSEND 1816 en het cijfer 7.
Men gebruikte hooiroedes om in het opgeslagen hooi in de hooiberg of in het hooivak (Fries: golle) in de schuur de temperatuur te kunnen inschatten en vast te stellen of er sprake was van hooibroei. Vervolgens kon worden ingeschat of er maatregelen moesten worden getroffen, denk hierbij aan het dollen van het hooi. De hooiroede werd tot ongeveer het midden in het hooi gestoken en na enige minuten er weer uitgetrokken. De kleur van het plukje hooi dat meekwam gaf aan of er sprake was van hooibroei. Ook kon men met de hand de temperatuur van de metalen roede controleren. Bij latere hooiroedes werd aan het uiteinde een thermometer aangebracht.
Punt (A) is een driehoekige staaf, waarop het cijfer 7 staat, van circa twaalf cm. De drie stangen (B - D), gemaakt van rond metaal, kunnen aan elkaar worden gekoppeld met behulp van een schroefdraad. Het handvat (E), ovaal gevormd, kan op het einde van de stangen worden geschroefd.
De hooiroede kan worden opgeborgen in een metalen koker (vertind ijzerplaat). Deze metalen koker bestaat uit twee delen. In het kortste deel van de opbergkoker is een schroefdraad aangebracht waarin het handvat kan worden gedraaid. Op meerdere plaatsen is in het metaal de tekst ingekerfd: WOUDSEND 1816 en het cijfer 7.
Men gebruikte hooiroedes om in het opgeslagen hooi in de hooiberg of in het hooivak (Fries: golle) in de schuur de temperatuur te kunnen inschatten en vast te stellen of er sprake was van hooibroei. Vervolgens kon worden ingeschat of er maatregelen moesten worden getroffen, denk hierbij aan het dollen van het hooi. De hooiroede werd tot ongeveer het midden in het hooi gestoken en na enige minuten er weer uitgetrokken. De kleur van het plukje hooi dat meekwam gaf aan of er sprake was van hooibroei. Ook kon men met de hand de temperatuur van de metalen roede controleren. Bij latere hooiroedes werd aan het uiteinde een thermometer aangebracht.
Objectnaamhooiroede
Objectcategoriegereedschappen
Materiaalmetaal
Formaat
hoogte: 11.0 cm
breedte: 459.0 cm
diepte: 11.0 cm
breedte: 459.0 cm
diepte: 11.0 cm