Details
ObjectnummerFLM-87-723
TitelSchilderij in olieverf op doek van de stier Adema 197, gemaakt door Gerhardus Jan Adema
Vervaardiger Gerhardus Jan Adema (schilder)
BeschrijvingBetreft een schilderij in olieverf op doek met een geprofileerde houten lijst met een afbeelding van de stier Adema 197. De zwart-bonte fokstier is en profil afgebeeld in een weidelandschap met op de achtergrond een kop-hals-rompboerderij. De stier Adema 197 wordt beschouwd als de stamvader van de Friese rundveestapel.
In de stal van Simon Knol in het Friese dorpje Hartwerd werd op 9 mei 1934 het stierkalf Adema 197 geboren als product van een halfbroer en -zus. Bij de voorlopige keuring van het stamboek kreeg hij maar 73 punten (minder dan 70 betekende afgekeurd). Toen hij volwassen was, kreeg hij 88 punten en in 1938 werd hij kampioen van Friesland. Hij was toen al verkocht aan Jan Wassenaar in Jelsum. In 1941 werd de stier preferent A.
Adema 197 dekte veel van de beste Friese koeien. Er werden honderden van zijn zonen ingezet als dekstier. In onvoorstelbaar korte tijd verdrong hij met zijn nakomelingen alle overige bloedlijnen in Friesland, maar ook in bijna alle andere provincies. In 1962 waren alle stieren die op de voorjaarskeuringen werden gepresenteerd in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Utrecht nazaten van Adema 197. In Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg was het percentage rond de 98 procent. Alleen Noord-Holland had nog 16 procent ander bloed in de jonge stieren, maar 14 procent stamde af van Oldambster Adema 1, geboren uit dezelfde grootmoeder als Adema 197. De Friese boer Johannes Blanksma was geen voorstander van de stier. Hij achtte Adema 197 veroorzaker van de kleine Friese koeien en hun slechte benen. In advertenties gaf hij dan ook aan: 'Vrij van Adema 197-bloed.' Geliefd door zijn acties werd de Pingjumer boer niet, zeker toen hij zijn grieven ook in Zuid-Amerika bekend maakte. Het bestuur van het Friese stamboek - met Jan Wassenaar als voorzitter - royeerde Blanksma in 1956 als lid. Bijna 600 leden waren het op de daarvoor speciaal bijeengeroepen vergadering met die bestuursmaatregel eens. Natuurlijk, in zijn brieven ging hij te ver, maar toen al snel bleek dat er toch veel mis was met de koers van de Friese veefokkerij, werd gezegd: 'Blanksma zag het misschien toch nog niet zo gek'.
Gerhardus Jan Adema (Franeker, 26 december 1898 - Leeuwarden, 15 december 1981) was schilder, tekenaar, medailleur en beeldhouwer. Adema, van beroep huisschilder in Huizum, was als kunstenaar autodidact. Hij adverteerde in 1938 in de Leeuwarder Courant als "Schildersbedrijf G.J. Adema annex beeldhouwer, portret- en reclameschilder". Hij was lid van de Bond van Friese Kunstenaars. Als schilder had Adema vooral het paard als onderwerp, hij schilderde op fluweel en exposeerde jaarlijks bij het concours hippique in Leeuwarden. Als beeldhouwer maakte hij meerdere bronzen portretten. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld het beeld van de Friese stamboekkoe (1954), dat in de volksmond als snel de bijnaam 'Ús Mem' kreeg.
In de stal van Simon Knol in het Friese dorpje Hartwerd werd op 9 mei 1934 het stierkalf Adema 197 geboren als product van een halfbroer en -zus. Bij de voorlopige keuring van het stamboek kreeg hij maar 73 punten (minder dan 70 betekende afgekeurd). Toen hij volwassen was, kreeg hij 88 punten en in 1938 werd hij kampioen van Friesland. Hij was toen al verkocht aan Jan Wassenaar in Jelsum. In 1941 werd de stier preferent A.
Adema 197 dekte veel van de beste Friese koeien. Er werden honderden van zijn zonen ingezet als dekstier. In onvoorstelbaar korte tijd verdrong hij met zijn nakomelingen alle overige bloedlijnen in Friesland, maar ook in bijna alle andere provincies. In 1962 waren alle stieren die op de voorjaarskeuringen werden gepresenteerd in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Utrecht nazaten van Adema 197. In Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg was het percentage rond de 98 procent. Alleen Noord-Holland had nog 16 procent ander bloed in de jonge stieren, maar 14 procent stamde af van Oldambster Adema 1, geboren uit dezelfde grootmoeder als Adema 197. De Friese boer Johannes Blanksma was geen voorstander van de stier. Hij achtte Adema 197 veroorzaker van de kleine Friese koeien en hun slechte benen. In advertenties gaf hij dan ook aan: 'Vrij van Adema 197-bloed.' Geliefd door zijn acties werd de Pingjumer boer niet, zeker toen hij zijn grieven ook in Zuid-Amerika bekend maakte. Het bestuur van het Friese stamboek - met Jan Wassenaar als voorzitter - royeerde Blanksma in 1956 als lid. Bijna 600 leden waren het op de daarvoor speciaal bijeengeroepen vergadering met die bestuursmaatregel eens. Natuurlijk, in zijn brieven ging hij te ver, maar toen al snel bleek dat er toch veel mis was met de koers van de Friese veefokkerij, werd gezegd: 'Blanksma zag het misschien toch nog niet zo gek'.
Gerhardus Jan Adema (Franeker, 26 december 1898 - Leeuwarden, 15 december 1981) was schilder, tekenaar, medailleur en beeldhouwer. Adema, van beroep huisschilder in Huizum, was als kunstenaar autodidact. Hij adverteerde in 1938 in de Leeuwarder Courant als "Schildersbedrijf G.J. Adema annex beeldhouwer, portret- en reclameschilder". Hij was lid van de Bond van Friese Kunstenaars. Als schilder had Adema vooral het paard als onderwerp, hij schilderde op fluweel en exposeerde jaarlijks bij het concours hippique in Leeuwarden. Als beeldhouwer maakte hij meerdere bronzen portretten. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld het beeld van de Friese stamboekkoe (1954), dat in de volksmond als snel de bijnaam 'Ús Mem' kreeg.
Vervaardiging plaatsLeeuwarden
Datum 1935 - 1980
Objectnaamschilderij
Objectcategorieschilderijen
Formaat
hoogte: 79 cm
breedte: 94 cm
diepte: 5.5 cm
breedte: 94 cm
diepte: 5.5 cm