Details
ObjectnummerFLM-93-353
TitelVlijm van metaal gebruikt bij aderlating van dieren
Vervaardigeronbekend
BeschrijvingBetreft een koperen vierdelige vlijm. De vlijm bestaat uit vier scharnierende mesjes die men kan opbergen in de houder. De mesjes betreffen drie vlijmen van verschillende grootte en één scalpelmesje. Een vlijm is in feite een heel scherp driehoekig puntmesje die men gebruikte bij aderlating. Aderlating bij dieren verrichtte men meestal aan de halsader. Om het aderlaten goed uit te kunnen voeren stuwde men de halsader met behulp van een tang of een zogenaamd stuwkoord.
Met behulp van het scalpelmesje opende men de huid ter plaatse van de gestuwde halsader. De meest geschikte vlijm plaatste men vervolgens op de gestuwde ader en met een houten klopper dreef men deze in één slag in de ader. Men hield de stuwing in stand tot voldoende bloed was afgevloeid. Deze techniek paste men vaak toe bij paarden met 'hoefbevangenheid'.
In de oudheid, in de middeleeuwen en tot in de 19e eeuw was aderlaten bij de mens een veel toegepaste therapie bij ziekte. Men dacht met aderlaten het lichamelijk evenwicht te kunnen herstellen. Men meende dat de mens vier humores (lichaamsvochten) had, namelijk bloed (sanguis), slijm (phlegma), zwarte gal (melainè cholè) en gele gal (xanthè cholè). Ziekten werden veroorzaakt, zo dacht men, als deze vochten niet in balans waren en als men van een van deze vier vochten te veel had. Ook werden de vier temperamenten aan deze vochten toegeschreven: sanguïnisch, flegmatisch, melancholisch en cholerisch. Aderlaten werd niet alleen beschouwd als een middel tegen veel kwalen, maar lichamelijke verzwakking moest ook door beteugeling van zinnelijke gevoelens de ascese bevorderen.
Met behulp van het scalpelmesje opende men de huid ter plaatse van de gestuwde halsader. De meest geschikte vlijm plaatste men vervolgens op de gestuwde ader en met een houten klopper dreef men deze in één slag in de ader. Men hield de stuwing in stand tot voldoende bloed was afgevloeid. Deze techniek paste men vaak toe bij paarden met 'hoefbevangenheid'.
In de oudheid, in de middeleeuwen en tot in de 19e eeuw was aderlaten bij de mens een veel toegepaste therapie bij ziekte. Men dacht met aderlaten het lichamelijk evenwicht te kunnen herstellen. Men meende dat de mens vier humores (lichaamsvochten) had, namelijk bloed (sanguis), slijm (phlegma), zwarte gal (melainè cholè) en gele gal (xanthè cholè). Ziekten werden veroorzaakt, zo dacht men, als deze vochten niet in balans waren en als men van een van deze vier vochten te veel had. Ook werden de vier temperamenten aan deze vochten toegeschreven: sanguïnisch, flegmatisch, melancholisch en cholerisch. Aderlaten werd niet alleen beschouwd als een middel tegen veel kwalen, maar lichamelijke verzwakking moest ook door beteugeling van zinnelijke gevoelens de ascese bevorderen.
Objectnaamvlijm
Objectcategorieinstrumenten
Materiaalmetaal
Formaat
hoogte: 1.0 cm
breedte: 3.0 cm
diepte: 9.5 cm
breedte: 3.0 cm
diepte: 9.5 cm