Details
ObjectnummerFLM-99-136
TitelHaarspit met haarhamer
BeschrijvingBetreft een haarspit met ring en touw, bestaande uit een naar onderen spits toelopende vierkante ijzeren pen met een platte vierkante kop, vlak boven het midden is er een opening met dwarshout, verder een ronde grote ring met daaraan eeb stuk touw, voor verbinding met de haarhamer.
Een haarspit (Fries: harspit) is een zwaar uitgevoerde metalen pin met een verbrede platte bovenkant. Halverwege het haarspit is een opening gesmeed. In deze opening plaatst men een dwarshout waarmee wordt voorkomen dat het haarspit tijdens het scherpmaken van de zeis in de grond wordt gedrukt. De bij het haarspit behorende ring hoort zich te bevinden tussen dwarshout en de kop van het haarspit. Deze ring noemt men haring of in het Fries harring. Genoemde ring is bedoeld om met een touw verbinding te houden met de haarhamer. Beide haarhamer en haarspit vormen tezamen een haarset.
Een haarspit is eigenlijk een klein draagbaar aambeeldje. In dit geval voor het scherpen (Fries: harjen, Nederlands: haren) van een zeis of zicht in combinatie met een haarhamer. Door maaien en herhaadelijk wetten wordt het zeisblad smaller en botter.
Haren is nodig omdat het blad van de zeis of de zicht tijdens het gebruik minder scherp wordt. Na verloop van tijd is wetten ( met strikel) niet meer toereikend. Bij het haren wordt het snijvlak van zo'n blad met de haarhamer op het haarspit naar buiten gedreven waardoor een dunnere rand ontstaat. Na het haren strijkt men het snijblad van de zeis aan beide zijden alsnog scherp met een slijphout of wetsteen (Fries: strikel)
Oudere typen haarhamers hadden een platte kant met een haarbek. Deze hamer gebruikte men ook voor andere doeleinden. Latere typen hadden aan beide zijden een haarbek. De bek van haarhamers loopt een beetje rond en wel in twee richtingen. Zou de bek scherp zijn dan zouden er tijdens het scherp kloppen (Fries: harjen, Nederlands: haren) inkepingen in het snijblad komen.Haarspit hoort bij haarhamer. FLM- 93-560a
Een haarspit (Fries: harspit) is een zwaar uitgevoerde metalen pin met een verbrede platte bovenkant. Halverwege het haarspit is een opening gesmeed. In deze opening plaatst men een dwarshout waarmee wordt voorkomen dat het haarspit tijdens het scherpmaken van de zeis in de grond wordt gedrukt. De bij het haarspit behorende ring hoort zich te bevinden tussen dwarshout en de kop van het haarspit. Deze ring noemt men haring of in het Fries harring. Genoemde ring is bedoeld om met een touw verbinding te houden met de haarhamer. Beide haarhamer en haarspit vormen tezamen een haarset.
Een haarspit is eigenlijk een klein draagbaar aambeeldje. In dit geval voor het scherpen (Fries: harjen, Nederlands: haren) van een zeis of zicht in combinatie met een haarhamer. Door maaien en herhaadelijk wetten wordt het zeisblad smaller en botter.
Haren is nodig omdat het blad van de zeis of de zicht tijdens het gebruik minder scherp wordt. Na verloop van tijd is wetten ( met strikel) niet meer toereikend. Bij het haren wordt het snijvlak van zo'n blad met de haarhamer op het haarspit naar buiten gedreven waardoor een dunnere rand ontstaat. Na het haren strijkt men het snijblad van de zeis aan beide zijden alsnog scherp met een slijphout of wetsteen (Fries: strikel)
Oudere typen haarhamers hadden een platte kant met een haarbek. Deze hamer gebruikte men ook voor andere doeleinden. Latere typen hadden aan beide zijden een haarbek. De bek van haarhamers loopt een beetje rond en wel in twee richtingen. Zou de bek scherp zijn dan zouden er tijdens het scherp kloppen (Fries: harjen, Nederlands: haren) inkepingen in het snijblad komen.Haarspit hoort bij haarhamer. FLM- 93-560a
Objectcategoriehandgereedschappen
Formaat
hoogte: 13.0 cm
breedte: 3.0 cm
lengte: 22.0 cm
breedte: 3.0 cm
lengte: 22.0 cm