Details
ObjectnummerFLM-01-023
TitelAad of boteraad van hout en koper voor het maken van boter, circa 1800-1900
BeschrijvingBetreft een houten boteraad, bestaande uit een rechthoekige bak met platte randen en een verdiept ovaalvormig middengedeelte. In het verdiepte middengedeelte zit een gat dat zowel aan de binnen- als buitenzijde versierd en versterkt is met koperplaat in de vorm van een hartje. De aad is uit één stuk hout gemaakt en ook de korte zijden zijn beslagen met koperplaat, met rechte hoeken. De binnenkant van de aad is ongeverfd maar de buitenzijde heeft een blauwe kleur
.
In tegenstelling tot een boteraad werd een melkaad of oproomaad , voor de komst van de zuivelfabrieken aan het einde van de negentiende eeuw, op de boerderij gebruikt voor het opromen van de melk bij de boterbereiding. De melkaden werden gevuld met rauwe melk en na 12, 24 tot 36 uur kwam de room bovendrijven en kon men deze elke keer afscheppen. De karakteristieke vorm van de aad gaat terug op de vorm van de eerste houten aden, die werden gemaakt door het uithollen van een boomstam. De inhoud van een aad varieert tussen de 25 en 30 liter.
Boteraden werden tijdens de laatste bewerkingsfasen gebruikt, als de boter uit de karnton kwam. In deze fase voegde men zout aan de boter toe waarna de boter werd gekneed. De opening in de bodem van de boteraad dient voor de afvoer van de karnemelk die bij het kneden nog vrijkomt Om het afstromen van de karnemelk te bevorderen, werd de aad op een licht hellende aaddrager geplaatst. Dit in tegenstelling tot de melkaden, die op een horizontaal vlak stonden.
.
In tegenstelling tot een boteraad werd een melkaad of oproomaad , voor de komst van de zuivelfabrieken aan het einde van de negentiende eeuw, op de boerderij gebruikt voor het opromen van de melk bij de boterbereiding. De melkaden werden gevuld met rauwe melk en na 12, 24 tot 36 uur kwam de room bovendrijven en kon men deze elke keer afscheppen. De karakteristieke vorm van de aad gaat terug op de vorm van de eerste houten aden, die werden gemaakt door het uithollen van een boomstam. De inhoud van een aad varieert tussen de 25 en 30 liter.
Boteraden werden tijdens de laatste bewerkingsfasen gebruikt, als de boter uit de karnton kwam. In deze fase voegde men zout aan de boter toe waarna de boter werd gekneed. De opening in de bodem van de boteraad dient voor de afvoer van de karnemelk die bij het kneden nog vrijkomt Om het afstromen van de karnemelk te bevorderen, werd de aad op een licht hellende aaddrager geplaatst. Dit in tegenstelling tot de melkaden, die op een horizontaal vlak stonden.
Datum 1800 - 1900
Objectcategoriehouders
Formaat
hoogte: 103.2 cm
breedte: 66.5 cm
diepte: 10 cm
breedte: 66.5 cm
diepte: 10 cm