Details
ObjectnummerFLM-87-378
TitelPloeg of wentelploeg van metaal
VervaardigerRud Sack
BeschrijvingHet betreft een éénscharige wentelploeg met voorkar voor paardentractie. Er zijn een aantal verstelmogelijkheden om de ploegdiepte en de ploegbreedte te regelen. Op het merkplaatje staat de tekst: RUD. SACK LEIPZIG BEZ: WD 7 HJ MOD: A2
De links- en rechtswerkende ploeglichamen zijn bij een wentelploeg tegenover elkaar aan de ploegboom bevestigd. Voor het keren op de wendakkers moet de ploegboom door middel van het lostrekken van een pal om zijn lengte-as over een hoek van ± 180° worden gedraaid, en op die wijze kan de akker vanaf één kant geploegd worden, dit in tegenstelling tot een rondgaande ploeg die van twee kanten de akker ploegt.
Tijdens het ploegen doorsnijdt het kouter een reep grond van het nog niet geploegde deel van de akker verticaal af, vervolgens maakt de ploegschaar deze reep horizontaal los en nadat deze ploeg snede aldus voorgevormd is, schuift hij onder het voortgaan van de ploeg tegen het rister, dat de ploegsnede omkeert en verkruimelt.
Doel van het ploegen:
In de eerste plaats verkrijgt de bouwvoor door ploegen een losse kruimelige structuur. De plantewortels kunnen daardoor beter in de grond dringen. De bodemventilatie en luchtcapaciteit
van de grond wordt door het ploegen bevorderd, hetgeen nodig is voor de wortelademhaling en de oxydatie van de bodembestanddelen. Ook de doorlatendheid van de grond wordt door de kruimelstructuur groter en het ontstaan van plantevoedsel in de grond wordt bevorderd door een krachtige bacteriënontwikkeling, die afhankelijk is van een goede verhouding ten opzichte van lucht, vocht en temperatuur.
Door het ploegen wordt voorts een goede aansluiting bevorderd tussen bouwvoor en
ondergrond, terwijl de stalmest daardoor in de grond gebracht wordt en de onkrui
den bestreden worden
De links- en rechtswerkende ploeglichamen zijn bij een wentelploeg tegenover elkaar aan de ploegboom bevestigd. Voor het keren op de wendakkers moet de ploegboom door middel van het lostrekken van een pal om zijn lengte-as over een hoek van ± 180° worden gedraaid, en op die wijze kan de akker vanaf één kant geploegd worden, dit in tegenstelling tot een rondgaande ploeg die van twee kanten de akker ploegt.
Tijdens het ploegen doorsnijdt het kouter een reep grond van het nog niet geploegde deel van de akker verticaal af, vervolgens maakt de ploegschaar deze reep horizontaal los en nadat deze ploeg snede aldus voorgevormd is, schuift hij onder het voortgaan van de ploeg tegen het rister, dat de ploegsnede omkeert en verkruimelt.
Doel van het ploegen:
In de eerste plaats verkrijgt de bouwvoor door ploegen een losse kruimelige structuur. De plantewortels kunnen daardoor beter in de grond dringen. De bodemventilatie en luchtcapaciteit
van de grond wordt door het ploegen bevorderd, hetgeen nodig is voor de wortelademhaling en de oxydatie van de bodembestanddelen. Ook de doorlatendheid van de grond wordt door de kruimelstructuur groter en het ontstaan van plantevoedsel in de grond wordt bevorderd door een krachtige bacteriënontwikkeling, die afhankelijk is van een goede verhouding ten opzichte van lucht, vocht en temperatuur.
Door het ploegen wordt voorts een goede aansluiting bevorderd tussen bouwvoor en
ondergrond, terwijl de stalmest daardoor in de grond gebracht wordt en de onkrui
den bestreden worden
Vervaardiging plaatsLeipzig
Datum 1900 - 1960
Objectnaamploeg, wentelploeg
Objectcategoriewerktuigen
Materiaalmetaal
Formaat
hoogte: 82 cm
breedte: 245 cm
diepte: 72 cm
breedte: 245 cm
diepte: 72 cm