Details
ObjectnummerFLM-10-0920
TitelFriese tuigstang of roosjesbit
BeschrijvingBetreft Friese tuigstang of roosjesbit met gebogen mondstuk aan een optoomriem.
Bij paarden, ingespannen voor landwerk, werd de optoomriem gebruikt in combinatie met een halster. Na het werk ging het bit uit, zodat ze konden eten, en het halster bleef om, zodat ze in de wei gepakt en geleid konden worden. Meerspannen waren onderling verbonden door een touw of riem die van halster naar halster liep.
De scharen of bomen van een stang hebben een hefboomwerking. Je hoeft dus minder hard aan de teugels te trekken om evenveel kracht uit te oefenen als bij een trensbit. De kinketting is essentieel voor de hefboomwerking en mag nooit weggelaten worden. Een stang werkt vooral in op de mondhoeken, lagen, kin, bij grote druk ook achter de oren en afhankelijk van de vorm kan een stang ook inwerken tegen het gehemelte.
Het Friese roosjesbit is ook een stangbit, genoemd naar de vorm van de schuimgaten. Het Fries roosjesbit mag
zich bij de Friese menners erg populair noemen. Men vindt dit bit vaak mooier wanneer er
met een Fries paard gereden wordt. Het roosjesbit is vaak tamelijk zwaar van gewicht en heeft
helemaal geen mogelijkheden om verschillend af te stellen. De leidsels kunnen maar op één
manier bevestigd worden.Een roosjesbit werkt sterker in dan een liverpoolstang omdat er iets meer hefboom werking is (de leidsels zitten er lager aan, vergelijkbaar met het 2e gat van de Liverpool). Een ander voordeel van een roosjesbit is dat de paarden in tweespan minder snel in elkaars hoofdstel blijven haken omdat het roosjesbit geen scharen heeft zoals de Liverpool. Vergeleken met de Utrechtse stang of bokkebitje: dat is een stang met lichte inwerking. Als de leidsels in de bovenste leidselgaten worden gegespt, niet scherper dan bij een trens.
Bij paarden, ingespannen voor landwerk, werd de optoomriem gebruikt in combinatie met een halster. Na het werk ging het bit uit, zodat ze konden eten, en het halster bleef om, zodat ze in de wei gepakt en geleid konden worden. Meerspannen waren onderling verbonden door een touw of riem die van halster naar halster liep.
De scharen of bomen van een stang hebben een hefboomwerking. Je hoeft dus minder hard aan de teugels te trekken om evenveel kracht uit te oefenen als bij een trensbit. De kinketting is essentieel voor de hefboomwerking en mag nooit weggelaten worden. Een stang werkt vooral in op de mondhoeken, lagen, kin, bij grote druk ook achter de oren en afhankelijk van de vorm kan een stang ook inwerken tegen het gehemelte.
Het Friese roosjesbit is ook een stangbit, genoemd naar de vorm van de schuimgaten. Het Fries roosjesbit mag
zich bij de Friese menners erg populair noemen. Men vindt dit bit vaak mooier wanneer er
met een Fries paard gereden wordt. Het roosjesbit is vaak tamelijk zwaar van gewicht en heeft
helemaal geen mogelijkheden om verschillend af te stellen. De leidsels kunnen maar op één
manier bevestigd worden.Een roosjesbit werkt sterker in dan een liverpoolstang omdat er iets meer hefboom werking is (de leidsels zitten er lager aan, vergelijkbaar met het 2e gat van de Liverpool). Een ander voordeel van een roosjesbit is dat de paarden in tweespan minder snel in elkaars hoofdstel blijven haken omdat het roosjesbit geen scharen heeft zoals de Liverpool. Vergeleken met de Utrechtse stang of bokkebitje: dat is een stang met lichte inwerking. Als de leidsels in de bovenste leidselgaten worden gegespt, niet scherper dan bij een trens.
Objectnaambit, roosjesbit, stangbit, Friese stangbit
Objectcategorievervoer