Details
ObjectnummerFLM-13-0244
TitelSpeelgoedstal van hout en koeienbotten gebruikt door kinderen waarbij het werk in de koeienstal spelenderwijs werd nagebootst
Vervaardigeronbekend
BeschrijvingBetreft een blank houten speelgoedstal (Fries: keatstâl (fonetisch: kjetstâl), waarbij het werk in de koeienstal spelenderderwijs werd nagebootst (Fries: bûthúskeboartsje) met koeienbotten (Fries: keaten). Het bestaat uit een Friese koeienstal (bûthús) met 36 koeien, 6 vaarsen (rieren), 5 pinken (hokkelingen), 1 enterstier (enterbolle), 2 kalveren, 1 stierkalf (keallebolle) en 2 paarden. Een aantal botten zijn roodbont beschilderd. De stal bestaat uit vier afdelingen; een grote koeienstal, een paardenstal, een stierenstal en een kalverstal. In het bûthús is een grup nagebouwd en er is een zolder boven de koeien, tegen de buitenmuur. Boven de koppen van de koeien zijn voeropeningen (vallen) aangebracht. Bij de stal bevinden zich een aantal andere beenderen: drie pijpbeenderen en elf kootbeenderen, vermoedelijk zijn het attributen die bij deze speelgoedstal gebruikt zijn.
De keatstâl is een miniatuurstal met daarin koeien die nagemaakt zijn uit botten, enwel van koten (keaten). Een koot is het beentje van het eerste vinger- of teenlid van een koe. De botten werden uitgekookt in een pan of zoals ook wel word beweerd dat ze eerst in de soep werden meegekookt. De miniatuurkoeien worden ook wel ‘bonkene kij‘’genoemd. Kinderen konden hiermee boerderijtje spelen. Het is lokaal gemaakt speelgoed, vaak gefabriceerd door een familielid of de dorpstimmerman. Opmerkelijk is dat alle stallen tot nu toe uit Midden- en Zuidwest Friesland lijken te komen. Een verklaring daarvoor is nog niet gevonden. Qua grootte zijn er veel verschillen. Er zijn speelgoedstallen waar dertig koeien een plekje in kunnen vinden, maar ook waar een tiental stuks vee in kunnen staan. Er zijn heel eenvoudige varianten, gewoon van oude planken, maar ook hele bijzondere die prachtig beschilderd zijn. De miniatuurkoeien werden soms beschilderd in de kleuren die toen bij echte koeien gangbaar waren: zwartbont, rondbont of grijs. Was na intensief spelen de kleur vervaagd, dan was een likje fietslak een probaat middel om ze weer een tint te geven.
De keatstâl is een miniatuurstal met daarin koeien die nagemaakt zijn uit botten, enwel van koten (keaten). Een koot is het beentje van het eerste vinger- of teenlid van een koe. De botten werden uitgekookt in een pan of zoals ook wel word beweerd dat ze eerst in de soep werden meegekookt. De miniatuurkoeien worden ook wel ‘bonkene kij‘’genoemd. Kinderen konden hiermee boerderijtje spelen. Het is lokaal gemaakt speelgoed, vaak gefabriceerd door een familielid of de dorpstimmerman. Opmerkelijk is dat alle stallen tot nu toe uit Midden- en Zuidwest Friesland lijken te komen. Een verklaring daarvoor is nog niet gevonden. Qua grootte zijn er veel verschillen. Er zijn speelgoedstallen waar dertig koeien een plekje in kunnen vinden, maar ook waar een tiental stuks vee in kunnen staan. Er zijn heel eenvoudige varianten, gewoon van oude planken, maar ook hele bijzondere die prachtig beschilderd zijn. De miniatuurkoeien werden soms beschilderd in de kleuren die toen bij echte koeien gangbaar waren: zwartbont, rondbont of grijs. Was na intensief spelen de kleur vervaagd, dan was een likje fietslak een probaat middel om ze weer een tint te geven.
Vervaardiging perioderond 1900 vervaardigd
Objectnaamspeelgoedstal, keatstal
Objectcategoriemodellen
Formaat
breedte: 130 cm
hoogte: 20 cm
diepte: 24 cm
hoogte: 20 cm
diepte: 24 cm