Details
ObjectnummerFLM-17-0095
TitelProeflap van geweven textiel gemaakt van wol en melkwol
VervaardigerN.V. Tricotfabriek G.J. Willink
BeschrijvingBetreft een rechthoekige proeflap van geweven textiel. Op het vastgeniete label staat vermeld: Damesstof 80/20 . Dit betekent de verhouding van zuiver wol en melkwol, respectievelijk 80% en 20%. Op een van de hoeken is een stuk van 5 x 8 cm afgeknipt.
Melkwol is een synthetische vezel gemaakt van caseïne. Caseïne is een geelwitte stof die voorkomt in de melk van zoogdieren. Voor zover bekend ontdekte Friedrich Ernst Todtenhaupt (1873-1919) uit Dessau in 1904 dat uit caseïne van melk, textielvezels kunnen worden gemaakt. De Italiaan Antonio Ferretti (1889-1955) slaagde er in 1935 in om voor het eerst melkwol fabrieksmatig te produceren. De kunstvezel die hij ‘Lanital’ (Lana Italiana oftewel Italiaanse melkwol) noemde produceerde hij bij Snia Viscosa, een kunstvezelconcern in Milaan.
Om melkwol te maken is veel melk nodig, want afgeroomde melk bevat slechts 3% caseïne. Voor één kg. melkwol is één kg. caseïne nodig. De productie van 3.000 kg melkwol per dag veronderstelt 100.000 liter ondermelk per dag.
Zowel Duitsland als ltalië wilden met het oog op een toekomstige oorlog ‘selfsupporting’ worden en hadden daarom de bereiding van melkwol ter hand genomen, dit als vervanging van echte wol. In de dertiger jaren ontwikkelde zich in ons land een levendige handel in textielcaseïne, die als grondstof voor de melkwolfabricage in ltalië kon dienen. In de Nederlandse pers verschenen artikelen over dit nieuwe product. De indruk werd gewekt, dat dit product een grote toekomst zou hebben. Het wekte dan ook de belangstelling op bij de zuivelfabrieken en - organisaties. Er zou hiermee een nieuwe oplossing komen voor de in die jaren overvloedige ondermelk.
De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (FNZ), een federatie van regionale bonden van plaatselijke coöperatieve zuivelfabrieken, en de Coöperatieve Condensfabriek Friesland (CCF) werkten in 1937 en 1938 afzonderlijk aan de ontwikkeling van melkwol. Later werd besloten samen te werken in de Vereniging Melkwolfabriek ‘Casolana’. Het doel van deze Vereniging was om onderzoek te doen naar de mogelijkheid een betere melkwol uit melk te fabriceren dan de tot dat moment gemaakte producten. Het werk waarmee de Condensfabriek, was begonnen, werd voor gemeenschappelijke rekening voortgezet. De researchkosten beliepen zo’n ƒ 800.000,--.
In dezelfde periode pakten ook speculatieve fabrieken het idee op want in de Lijempf fabriek van Berlikum kwam in 1937 uitvinder Ferretti in eigen persoon langs om de vorderingen aldaar te bekijken. In de Leeuwarder Courant van 7 augustus van dat jaar staat daarover: ’Dinsdag j.l. heeft de heer Antonio Ferretti, uitvinder van het lanital (melkwol) met enkele heeren van de directie der Snia Viscosa en der N.V. HIMCA, de Hollandsche Industrieele Maatschappij voor Caseïne-bereiding, een bezoek gebracht aan de fabriek van de N.V. Lijempf te BERLIKUM, de eerste in Nederland werkende fabriek tot bereiding van textiel-caseïne volgens het patent-Ferretti, welke caseïne de grondstof is voor de melkwol-fabricage’.
Melkwol moest eigenlijk altijd worden gemengd met natuurvezel of rayon. We komen melkwol behalve in stoffen voor japonnen, mantels, herenkleding, in breigoed en handwerkgarens ook tegen in de hoedenindustrie. Daar werd ze gecombineerd met bijvoorbeeld konijnenhaar of wol. Melkwol gebruikte men eigenlijk nooit voor de volle 100% omdat de sterkte van de vezel in de meeste gevallen niet toereikend was. In de loop van de vijftiger jaren van de 20e eeuw verdreef schapenwol de melkwol van de markt. De productie van de melkwol bleek gewoon te duur waardoor deze geruisloos verdween uit het textiellandschap. Bij de Condensfabriek werd het tot begin 1952 geproduceerd.
Klaas van de Berg had bij de Condensfabriek de leiding over het maken van melkwol. Klaas werd op 11 mei 1916 in Reduzum geboren, waar zijn vader directeur was van de coöperatieve zuivelfabriek. Na zijn gymnasium opleiding studeerde hij aan de Technische Hogeschool in Delft waar hij begin 1943 afstudeerde als scheikundig ingenieur. Klaas werd benoemd bij de CCF om researchwerkzaamheden te doen naar het maken van melkwol. Later kreeg Van den Berg andere leidinggevende functies binnen het bedrijf in binnen- en buitenland. In 1976 zwaaide hij af als directeur van de Frico/CCF. Klaas van den Berg bracht, samen met Ir. S. van der Burg, in 1954 zijn kennis onder in een boekwerk: ‘Beschrijving van het proefbedrijf van de Vereniging Melkwolbedrijf Casolana.’
Melkwol is een synthetische vezel gemaakt van caseïne. Caseïne is een geelwitte stof die voorkomt in de melk van zoogdieren. Voor zover bekend ontdekte Friedrich Ernst Todtenhaupt (1873-1919) uit Dessau in 1904 dat uit caseïne van melk, textielvezels kunnen worden gemaakt. De Italiaan Antonio Ferretti (1889-1955) slaagde er in 1935 in om voor het eerst melkwol fabrieksmatig te produceren. De kunstvezel die hij ‘Lanital’ (Lana Italiana oftewel Italiaanse melkwol) noemde produceerde hij bij Snia Viscosa, een kunstvezelconcern in Milaan.
Om melkwol te maken is veel melk nodig, want afgeroomde melk bevat slechts 3% caseïne. Voor één kg. melkwol is één kg. caseïne nodig. De productie van 3.000 kg melkwol per dag veronderstelt 100.000 liter ondermelk per dag.
Zowel Duitsland als ltalië wilden met het oog op een toekomstige oorlog ‘selfsupporting’ worden en hadden daarom de bereiding van melkwol ter hand genomen, dit als vervanging van echte wol. In de dertiger jaren ontwikkelde zich in ons land een levendige handel in textielcaseïne, die als grondstof voor de melkwolfabricage in ltalië kon dienen. In de Nederlandse pers verschenen artikelen over dit nieuwe product. De indruk werd gewekt, dat dit product een grote toekomst zou hebben. Het wekte dan ook de belangstelling op bij de zuivelfabrieken en - organisaties. Er zou hiermee een nieuwe oplossing komen voor de in die jaren overvloedige ondermelk.
De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (FNZ), een federatie van regionale bonden van plaatselijke coöperatieve zuivelfabrieken, en de Coöperatieve Condensfabriek Friesland (CCF) werkten in 1937 en 1938 afzonderlijk aan de ontwikkeling van melkwol. Later werd besloten samen te werken in de Vereniging Melkwolfabriek ‘Casolana’. Het doel van deze Vereniging was om onderzoek te doen naar de mogelijkheid een betere melkwol uit melk te fabriceren dan de tot dat moment gemaakte producten. Het werk waarmee de Condensfabriek, was begonnen, werd voor gemeenschappelijke rekening voortgezet. De researchkosten beliepen zo’n ƒ 800.000,--.
In dezelfde periode pakten ook speculatieve fabrieken het idee op want in de Lijempf fabriek van Berlikum kwam in 1937 uitvinder Ferretti in eigen persoon langs om de vorderingen aldaar te bekijken. In de Leeuwarder Courant van 7 augustus van dat jaar staat daarover: ’Dinsdag j.l. heeft de heer Antonio Ferretti, uitvinder van het lanital (melkwol) met enkele heeren van de directie der Snia Viscosa en der N.V. HIMCA, de Hollandsche Industrieele Maatschappij voor Caseïne-bereiding, een bezoek gebracht aan de fabriek van de N.V. Lijempf te BERLIKUM, de eerste in Nederland werkende fabriek tot bereiding van textiel-caseïne volgens het patent-Ferretti, welke caseïne de grondstof is voor de melkwol-fabricage’.
Melkwol moest eigenlijk altijd worden gemengd met natuurvezel of rayon. We komen melkwol behalve in stoffen voor japonnen, mantels, herenkleding, in breigoed en handwerkgarens ook tegen in de hoedenindustrie. Daar werd ze gecombineerd met bijvoorbeeld konijnenhaar of wol. Melkwol gebruikte men eigenlijk nooit voor de volle 100% omdat de sterkte van de vezel in de meeste gevallen niet toereikend was. In de loop van de vijftiger jaren van de 20e eeuw verdreef schapenwol de melkwol van de markt. De productie van de melkwol bleek gewoon te duur waardoor deze geruisloos verdween uit het textiellandschap. Bij de Condensfabriek werd het tot begin 1952 geproduceerd.
Klaas van de Berg had bij de Condensfabriek de leiding over het maken van melkwol. Klaas werd op 11 mei 1916 in Reduzum geboren, waar zijn vader directeur was van de coöperatieve zuivelfabriek. Na zijn gymnasium opleiding studeerde hij aan de Technische Hogeschool in Delft waar hij begin 1943 afstudeerde als scheikundig ingenieur. Klaas werd benoemd bij de CCF om researchwerkzaamheden te doen naar het maken van melkwol. Later kreeg Van den Berg andere leidinggevende functies binnen het bedrijf in binnen- en buitenland. In 1976 zwaaide hij af als directeur van de Frico/CCF. Klaas van den Berg bracht, samen met Ir. S. van der Burg, in 1954 zijn kennis onder in een boekwerk: ‘Beschrijving van het proefbedrijf van de Vereniging Melkwolbedrijf Casolana.’
Vervaardiging plaatsWinterswijk
Datum 1946 - 1946
Objectcategorietextiel
Techniekgeweven
Formaat
hoogte: 25 cm
breedte: 18 cm
diepte: 0.1 cm
breedte: 18 cm
diepte: 0.1 cm