Details
ObjectnummerFLM-22-0067
TitelGeprepareerde kop van de fokstier Delta Cleitus Jabot
BeschrijvingBetreft de geprepareerde kop van de fokstier Delta Cleitus Jabot, oormerk nr 1972, NVM nr 01596
Delta Cleitus Jabot kwam als embryo bewaard in vloeibare stikstof per vliegtuig naar Nederland. Het embryo ontwikkelde zich in een Nederlandse draagmoeder. Met de eigenaar van de biologische moeder in de VS had KI NoordWest afspraken gemaakt over welke stier de vader van het embryo moest worden. Vijf jaar later bleek dat de dochters van Jabot veel melk gaven. Dit leverde het bewijs aan de wereld dat Nederland, naast Sunny Boy, meerdere goede fokstieren beschikbaar had, ook voor export. Van Jabot werden 137.00 vaarskalveren opgefokt. Hij leverde meer dan 700.00 dosis sperma.
Delta Cleitus Jabot.
Zo luidt de naam van één van de stieren waarvan de kop in het Nationaal Veeteelt museum hangt. Een drievoudige naam, die voor de kenners al veel over zijn afkomst zegt. Er zit dan ook een verhaal achter.
De roepnaam is Jabot. De naam begint met een J omdat in een bepaalde periode al zijn leeftijdsgenoten een naam kregen die met J begon. De tweede naam is de roepnaam van zijn vader Bis-May Tradition Cleitus, een stier met veel invloed in de Verenigde Staten.
De prefix Delta staat voor het fokprogramma van de gezamenlijke verenigingen voor KI in Noord-West-Nederland.
Het Nederlandse Fries-Hollandse vee was jarenlang beroemd bij de fokkers van zwartbont vee in heel Europa. Totdat in de jaren zeventig van de vorige eeuw bleek dat het zwartbonte rundvee in Amerika (afstammelingen van geëmigreerde Nederlandse koeien) veel productiever was dan het onze. Onze export viel terug en de Nederlandse fokkers zochten naar wegen om de internationale aansluiting terug te winnen. De blik werd gericht op de import van Amerikaans fokmateriaal om de eigen veestapel te verbeteren. In eerste instantie werden enkele jonge stieren ingevoerd, al snel gevolgd door de import van sperma van Amerikaanse topstieren.
Om de achterstand bij het eigen fokmateriaal in te halen, stelden de Nederlandse fokkerij-organisaties programma's samen om veelbelovende stieren te importeren en deze in Nederland uit te testen. Er waren in die periode (ruwweg 1980- 1990) nog meerdere (combinaties van) Kl-verenigingen die elk hun eigen programma hadden. Het programma van de gezamenlijke verenigingen van Noord- en West Nederland kreeg de naam Delta. Alle stieren uit dit programma kregen Delta als prefix. En Delta Cleitus Jabot was daar één van.
Jabots vader Bis-May Tradition Cleitus was in die jaren een toonaangevende stier en een reeks van zijn zonen zijn in diverse landen voor de fokkerij ingezet.
Jabots grootvader van moederszijde is Carlin-M Ivanhoe Bell, eveneens een Amerikaanse stier met internationaal veel invloed. Echter, de Nederlandse fokkerij-organisaties hadden de kwaliteiten van Bell lange tijd over het hoofd gezien. En toen men tot dat besef kwam, was het te laat. Er zijn nauwelijks directe zonen voor ons land aangekocht. Toch wilde men de genen van Bell voor de Nederlandse fokkerij benutten. Daarom werden gedurende enkele jaren de beste dochters van Bell geselecteerd om die te paren met de beste stieren van dat moment. De nakomelingen hieruit konden dan weer bij de Nederlandse veestapel worden ingezet.
Jabot heeft zijn vaderland nooit gezien. Hij is als embryo van de VS naar Nederland gereisd en in een Nederlandse
draagmoeder geïmplanteerd. Na een normale draagtijd is hij op 12-01-1989 geboren.
Jabots vader Bis-May Tradition Cleitus was in die jaren een toonaangevende stier en een reeks van zijn zonen zijn in diverse landen voor de fokkerij ingezet.
Jabots grootvader van moederszijde is Carlin-M Ivanhoe Bell, eveneens een Amerikaanse stier met internationaal veel invloed. Echter, de Nederlandse fokkerij-organisaties hadden de kwaliteiten van Bell lange tijd over het hoofd gezien. En toen men tot dat besef kwam, was het te laat. Er zijn nauwelijks directe zonen voor ons land aangekocht. Toch wilde men de genen van Bell voor de Nederlandse fokkerij benutten. Daarom werden gedurende enkele jaren de beste dochters van Bell geselecteerd om die te paren met de beste stieren van dat moment. De nakomelingen hieruit konden dan weer bij de Nederlandse veestapel worden ingezet.
Jabot heeft zijn vaderland nooit gezien. Hij is als embryo van de VS naar Nederland gereisd en in een Nederlandse
draagmoeder geïmplanteerd. Na een normale draagtijd is hij op 12-01-1989 geboren.
Onze Jabot is een succesvol product van het Delta fokprogramma . Zijn dochters geven veel melk en zijn goed gebouwd, met vooral sterk beenwerk en solide uiers. Een minpuntje op zijn conduitestaat is dat zijn nakomelingen bij de geboorte flink aan de maat zijn, wat soms leidt tot zware bevallingen.
Jabot heeft een ruime schare nakomelingen. In Nederland is van 102301 dochters de melkproductie geregistreerd.
Daarnaast is hij in diverse landen gebruikt als vader voor een volgende generatie fokstieren. En met succes, want meerdere van deze zonen hebben het erfelijk niveau weten te verhogen. Daarmee behoort Jabot tot de selecte groep van internationaal invloedrijke stieren.
In linkeroor een geel merk me levensnummer 316419721 met barcode en nummer 1972. In rechteroor een geel nummer met de Kl-code 47-243
Delta Cleitus Jabot kwam als embryo bewaard in vloeibare stikstof per vliegtuig naar Nederland. Het embryo ontwikkelde zich in een Nederlandse draagmoeder. Met de eigenaar van de biologische moeder in de VS had KI NoordWest afspraken gemaakt over welke stier de vader van het embryo moest worden. Vijf jaar later bleek dat de dochters van Jabot veel melk gaven. Dit leverde het bewijs aan de wereld dat Nederland, naast Sunny Boy, meerdere goede fokstieren beschikbaar had, ook voor export. Van Jabot werden 137.00 vaarskalveren opgefokt. Hij leverde meer dan 700.00 dosis sperma.
Delta Cleitus Jabot.
Zo luidt de naam van één van de stieren waarvan de kop in het Nationaal Veeteelt museum hangt. Een drievoudige naam, die voor de kenners al veel over zijn afkomst zegt. Er zit dan ook een verhaal achter.
De roepnaam is Jabot. De naam begint met een J omdat in een bepaalde periode al zijn leeftijdsgenoten een naam kregen die met J begon. De tweede naam is de roepnaam van zijn vader Bis-May Tradition Cleitus, een stier met veel invloed in de Verenigde Staten.
De prefix Delta staat voor het fokprogramma van de gezamenlijke verenigingen voor KI in Noord-West-Nederland.
Het Nederlandse Fries-Hollandse vee was jarenlang beroemd bij de fokkers van zwartbont vee in heel Europa. Totdat in de jaren zeventig van de vorige eeuw bleek dat het zwartbonte rundvee in Amerika (afstammelingen van geëmigreerde Nederlandse koeien) veel productiever was dan het onze. Onze export viel terug en de Nederlandse fokkers zochten naar wegen om de internationale aansluiting terug te winnen. De blik werd gericht op de import van Amerikaans fokmateriaal om de eigen veestapel te verbeteren. In eerste instantie werden enkele jonge stieren ingevoerd, al snel gevolgd door de import van sperma van Amerikaanse topstieren.
Om de achterstand bij het eigen fokmateriaal in te halen, stelden de Nederlandse fokkerij-organisaties programma's samen om veelbelovende stieren te importeren en deze in Nederland uit te testen. Er waren in die periode (ruwweg 1980- 1990) nog meerdere (combinaties van) Kl-verenigingen die elk hun eigen programma hadden. Het programma van de gezamenlijke verenigingen van Noord- en West Nederland kreeg de naam Delta. Alle stieren uit dit programma kregen Delta als prefix. En Delta Cleitus Jabot was daar één van.
Jabots vader Bis-May Tradition Cleitus was in die jaren een toonaangevende stier en een reeks van zijn zonen zijn in diverse landen voor de fokkerij ingezet.
Jabots grootvader van moederszijde is Carlin-M Ivanhoe Bell, eveneens een Amerikaanse stier met internationaal veel invloed. Echter, de Nederlandse fokkerij-organisaties hadden de kwaliteiten van Bell lange tijd over het hoofd gezien. En toen men tot dat besef kwam, was het te laat. Er zijn nauwelijks directe zonen voor ons land aangekocht. Toch wilde men de genen van Bell voor de Nederlandse fokkerij benutten. Daarom werden gedurende enkele jaren de beste dochters van Bell geselecteerd om die te paren met de beste stieren van dat moment. De nakomelingen hieruit konden dan weer bij de Nederlandse veestapel worden ingezet.
Jabot heeft zijn vaderland nooit gezien. Hij is als embryo van de VS naar Nederland gereisd en in een Nederlandse
draagmoeder geïmplanteerd. Na een normale draagtijd is hij op 12-01-1989 geboren.
Jabots vader Bis-May Tradition Cleitus was in die jaren een toonaangevende stier en een reeks van zijn zonen zijn in diverse landen voor de fokkerij ingezet.
Jabots grootvader van moederszijde is Carlin-M Ivanhoe Bell, eveneens een Amerikaanse stier met internationaal veel invloed. Echter, de Nederlandse fokkerij-organisaties hadden de kwaliteiten van Bell lange tijd over het hoofd gezien. En toen men tot dat besef kwam, was het te laat. Er zijn nauwelijks directe zonen voor ons land aangekocht. Toch wilde men de genen van Bell voor de Nederlandse fokkerij benutten. Daarom werden gedurende enkele jaren de beste dochters van Bell geselecteerd om die te paren met de beste stieren van dat moment. De nakomelingen hieruit konden dan weer bij de Nederlandse veestapel worden ingezet.
Jabot heeft zijn vaderland nooit gezien. Hij is als embryo van de VS naar Nederland gereisd en in een Nederlandse
draagmoeder geïmplanteerd. Na een normale draagtijd is hij op 12-01-1989 geboren.
Onze Jabot is een succesvol product van het Delta fokprogramma . Zijn dochters geven veel melk en zijn goed gebouwd, met vooral sterk beenwerk en solide uiers. Een minpuntje op zijn conduitestaat is dat zijn nakomelingen bij de geboorte flink aan de maat zijn, wat soms leidt tot zware bevallingen.
Jabot heeft een ruime schare nakomelingen. In Nederland is van 102301 dochters de melkproductie geregistreerd.
Daarnaast is hij in diverse landen gebruikt als vader voor een volgende generatie fokstieren. En met succes, want meerdere van deze zonen hebben het erfelijk niveau weten te verhogen. Daarmee behoort Jabot tot de selecte groep van internationaal invloedrijke stieren.
In linkeroor een geel merk me levensnummer 316419721 met barcode en nummer 1972. In rechteroor een geel nummer met de Kl-code 47-243
Objectnaamstierenkop
Objectcategoriepreparaten
Materiaalpreparaat
Formaat
hoogte: 105 cm
breedte: 50 cm
diepte: 100 cm
breedte: 50 cm
diepte: 100 cm