Details
InventarnummerFLM-93-489
TitelTerpboor of grondboor
Herstelleronbekend
BeschreibungBetreft Terp - of grondboor (Fr. klynboor, klynboar) spadevormig, met houten steel en handvat, smal halfrond gebogen blad..Deze werd gebruikt om gaten in de grond te boren bv. voor het plaatsen van palen, mogelijk ook gebruikt voor het nemen van grondmonsters. Vandaar hat de schacht verlengd kan worden.
Ook is deze mogelijk gebruikt voor het nemen van monsters van terpen om zo de kwaliteit van de terpaarde in te schatten.
Het kan ook een zgn. klynboar zijn: Een 'klynboar' werd door de veenbaas werd gebruikt als hij van een nieuw stuk land de kwaliteit wilde testen van het eronder liggende veen. Want voordat de veenbaas een stuk land aankocht, wilde hij natuurlijk weten wat hij onder de 'bonkierde' kon verwachten.
Het is soort spade met een recht, rond en lang stokhandvat, dat dwars op de steel staat door een rond steelhuis. De steel bestaat uit 2 losse delen, die aan elkaar gezet kunnen worden m.b.v. een bout. Het blad heeft de vorm van een halve holle cilinder, die op het eind versmalt. De tongen zijn met schroefbouten het blad aan de steel verbonden. De steel is kort en dik en rond, naar het blad toe afgeplat, in de lengterichting is een droogtescheur zichtbaar en bovenop de steel is een dwarsstaande plank bevestigd die aan de uiteinden is aangescherpt; deze plank is betrekkelijk lang en vormt het handvat. Houten wiggen wijzen wellicht op secundair gebruik, een zwakke plek in het handvat is een breuk.
Ook is deze mogelijk gebruikt voor het nemen van monsters van terpen om zo de kwaliteit van de terpaarde in te schatten.
Het kan ook een zgn. klynboar zijn: Een 'klynboar' werd door de veenbaas werd gebruikt als hij van een nieuw stuk land de kwaliteit wilde testen van het eronder liggende veen. Want voordat de veenbaas een stuk land aankocht, wilde hij natuurlijk weten wat hij onder de 'bonkierde' kon verwachten.
Het is soort spade met een recht, rond en lang stokhandvat, dat dwars op de steel staat door een rond steelhuis. De steel bestaat uit 2 losse delen, die aan elkaar gezet kunnen worden m.b.v. een bout. Het blad heeft de vorm van een halve holle cilinder, die op het eind versmalt. De tongen zijn met schroefbouten het blad aan de steel verbonden. De steel is kort en dik en rond, naar het blad toe afgeplat, in de lengterichting is een droogtescheur zichtbaar en bovenop de steel is een dwarsstaande plank bevestigd die aan de uiteinden is aangescherpt; deze plank is betrekkelijk lang en vormt het handvat. Houten wiggen wijzen wellicht op secundair gebruik, een zwakke plek in het handvat is een breuk.
Sachgruppehandgereedschappen
Format