Details
InventarnummerFLM-13-0230
Titelkootbeentjes of keaten
BeschreibungBetreft twee kootbeentjes, Phalanx I, van een veulen. Werden circa begin 20e eeuw in Friesland gebruikt als speelgoed. De kootbeentjes of botjes, in het Fries keaten, stelden daarbij vee, koeien of kalveren voor. In dit spel stalde de jeugd de keaten in een modelstal, in het Fries bûthüs.
De Keatstâl is een miniatuur stal met daarin koeien die nagemaakt zijn gemaakt van botten. Van ‘’keaten’’, koten. Een koot is het beentje van het eerste vinger- of teenlid van een koe. (Keat wordt uitgesproken als Kjet). Ze worden ook wel ‘bonkene kij ‘’ genoemd. Kinderen konden hiermee boerderijtje spelen. Het is lokaal gemaakt speelgoed, vaak gefabriceerd door een familielid of de dorpstimmerman. Opmerkelijk is ook dat alle stallen tot nu toe uit Midden- en Zuidwest Friesland lijken te komen. Een verklaring daarvoor is nog niet gevonden. Verder zijn qua grootte verschillen te zien. Er zijn speelgoedstallen waar wel dertig koeien een plekje in kunnen vinden, maar ook waar `maar’ een tiental stuks vee in kunnen staan. Er zijn heel eenvoudige varianten, gewoon van oude planken, maar ook hele bijzondere die prachtig beschilderd zijn. Ook de koeien kregen soms een kleurtje. Net als toen bij echte koeien in die tijd kregen ze verschillende kleuren, zwart- en rondbont en ook wel grijs. Was na intensief spelen de kleur vervaagd, dan was een likje fietslak een probaat middel om ze weer een tint te geven. De botten kwamen van de en werden uitgekookt in een pan. Ook wil men hebben dat ze eerst in de soep gedaan werden
De Keatstâl is een miniatuur stal met daarin koeien die nagemaakt zijn gemaakt van botten. Van ‘’keaten’’, koten. Een koot is het beentje van het eerste vinger- of teenlid van een koe. (Keat wordt uitgesproken als Kjet). Ze worden ook wel ‘bonkene kij ‘’ genoemd. Kinderen konden hiermee boerderijtje spelen. Het is lokaal gemaakt speelgoed, vaak gefabriceerd door een familielid of de dorpstimmerman. Opmerkelijk is ook dat alle stallen tot nu toe uit Midden- en Zuidwest Friesland lijken te komen. Een verklaring daarvoor is nog niet gevonden. Verder zijn qua grootte verschillen te zien. Er zijn speelgoedstallen waar wel dertig koeien een plekje in kunnen vinden, maar ook waar `maar’ een tiental stuks vee in kunnen staan. Er zijn heel eenvoudige varianten, gewoon van oude planken, maar ook hele bijzondere die prachtig beschilderd zijn. Ook de koeien kregen soms een kleurtje. Net als toen bij echte koeien in die tijd kregen ze verschillende kleuren, zwart- en rondbont en ook wel grijs. Was na intensief spelen de kleur vervaagd, dan was een likje fietslak een probaat middel om ze weer een tint te geven. De botten kwamen van de en werden uitgekookt in een pan. Ook wil men hebben dat ze eerst in de soep gedaan werden
Objektbezeichnungspeelgoed
Sachgruppemodellen
Materialbot
Format
lengte: 4.0 cm
diameter: 1.5 cm
diameter: 1.5 cm