Details
Object numberFLM-94-116
TitleSloothaak of hekkel van metaal met houten steel gebruikt voor het opschonen van watergangen
Creatoronbekend
DescriptionBetreft een metalen sloothaak of hekkel met een lange houten steel. De hekkel (Fries: sleathekkel) bestaat uit zes grote tanden met een lengte van zeventien cm. die aan de lange steel zijn bevestigd met behulp van een metalen lip en een bevestigingshuls (Fries: bjirk) samen met een bout. Nadat het begroeisel van een sloot handmatig was los gesneden, met behulp van een kantsnijder of kantzeis, werd met de hekkel loodrecht op sloot het kantbegroeisel samen met slootmodder opgehekkeld en op hopen aan de slootkant neegelegd. Het hekkelen vond plaats in de herfst. Zodra de opgehekkelde hopen in het voorjaar opgedroogd weren, werden ze verspreid over het land.
Vroeger gebruikte men hekkels ook bij de natte vervening om veenslijk van de bodem van een water te scheppen. Het veen werd aan wal getrokken of in een platte schuit gedeponeerd. De baggerspecie werd vervolgens op een legakker gelegd zodat er turf van kon worden gemaakt. Met de baggerbeugel was het mogelijk om veen tot diep onder de waterspiegel weg te baggeren, een praktijk die veentrekken of slagturven werd genoemd.
Vroeger gebruikte men hekkels ook bij de natte vervening om veenslijk van de bodem van een water te scheppen. Het veen werd aan wal getrokken of in een platte schuit gedeponeerd. De baggerspecie werd vervolgens op een legakker gelegd zodat er turf van kon worden gemaakt. Met de baggerbeugel was het mogelijk om veen tot diep onder de waterspiegel weg te baggeren, een praktijk die veentrekken of slagturven werd genoemd.
Object categorygereedschappen
Dimensions
hekkel breedte: 26 cm
steel diameter: 4 cm
idem lengte: 380 cm
steel diameter: 4 cm
idem lengte: 380 cm