Détails
N° d'objetFLM-87-722
TitreSchilderij gemaakt door Piet van der Hem voor de landbouwtentoonstelling gehouden in Leeuwarden 1927 voorstellende de balie in het FRS-kantoor
Créateur Piet van der Hem
DescriptionBetreft een schilderij in olieverf op textiel. Binnen de brede bruine omlijsting is het interieur afgebeeld van het FRS kantoor aan de Willemskade ZZ, te Leeuwarden. Op het doek zijn vijf mannen afgebeeld voor de balie en drie erachter.
Een FRS-medewerker is zittend afgebeeld aan een bureau. Onder de afbeelding met een overwegend bruin accent, staat op een papier de volgende Friese tekst: "DO' T ER NOG BART'LE NEAMD WAARD, DE KOU DO WIER 'T HJIR SA DROK NET AS NOU". Het doek is op een houten raamwerk gespannen en geschildeerd, maar niet gesigneerd, door de bekende Friese schilder Piet van der Hem. Deze was niet bereid te signeren omdat hij dit illustratiewerk vond. (zie ook nr. 87-725, 87-721, 87-726)
Dit doek werd vervaardigd voor de landbouwtentoonstelling van 1927 te Leeuwarden: Zie art. LC 30 aug. 1927
Hem, Pieter van der, schilder en tekenaar (Wirdum (F.) 9-9-1885 - 's-Gravenhage 24-4-1961).
In 1902 ging Van der Hem naar Amsterdam om daar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid te studeren.Nog tijdens deze studie volgde hij avondlessen bij A. Allebé, directeur van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Van 1905 tot 1907 deed hij de dagopleiding aan de Rijksacademie, waar hij onder meer les kreeg van de schilder N. van der Waay en de graficus P. Dupont.In september 1907 vertrok Van der Hem naar Parijs.
Na zijn terugkeer in Amsterdam in 1908 was Van der Hem veel in de volksbuurten te vinden om er het straatleven in beeld te brengen. In het voorjaar van 1909 kon hij zijn werk presenteren op de tentoonstelling van de schildersvereniging 'Sint Lucas' in het Stedelijk Museum.In de jaren 1909-1914 gold Van der Hem, samen met jonge schilders als Piet Mondriaan, Jan Sluyters en Leo Gestel, als vertegenwoordiger van het Amsterdamse luminisme, de stroming die, uitgaande van het Franse impressionisme, vernieuwingen in de Nederlandse kunst bracht.
Van der Hem had zich intussen reeds geregeld op het terrein van de toegepaste grafiek begeven. Sinds het begin van zijn carrière deed hij - als nevenactiviteit - illustratiewerk voor kranten, tijdschriften en boeken. Verder ontwierp hij een groot aantal affiches. Vanaf 1914 tekende Van der Hem ook politieke prenten. Zijn vermogen om snelle en rake typeringen te geven, maakte hem in dit genre zeer geliefd. Werk van zijn hand verscheen onder meer in De Nieuwe Amsterdammer (1914-1920), de Haagsche Post (1920-1935) en de Haagsche Courant (1935-1941). Toen de Duitse censuur in 1941 de Nederlandse pers geheel beheerste, staakte Van der Hem zijn activiteiten als politiek tekenaar. Na de oorlog ging hij hier niet mee verder, en tot zijn overlijden in 1961 concentreerde hij zijn aandacht volledig op het portretschilderen.
Een FRS-medewerker is zittend afgebeeld aan een bureau. Onder de afbeelding met een overwegend bruin accent, staat op een papier de volgende Friese tekst: "DO' T ER NOG BART'LE NEAMD WAARD, DE KOU DO WIER 'T HJIR SA DROK NET AS NOU". Het doek is op een houten raamwerk gespannen en geschildeerd, maar niet gesigneerd, door de bekende Friese schilder Piet van der Hem. Deze was niet bereid te signeren omdat hij dit illustratiewerk vond. (zie ook nr. 87-725, 87-721, 87-726)
Dit doek werd vervaardigd voor de landbouwtentoonstelling van 1927 te Leeuwarden: Zie art. LC 30 aug. 1927
Hem, Pieter van der, schilder en tekenaar (Wirdum (F.) 9-9-1885 - 's-Gravenhage 24-4-1961).
In 1902 ging Van der Hem naar Amsterdam om daar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid te studeren.Nog tijdens deze studie volgde hij avondlessen bij A. Allebé, directeur van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Van 1905 tot 1907 deed hij de dagopleiding aan de Rijksacademie, waar hij onder meer les kreeg van de schilder N. van der Waay en de graficus P. Dupont.In september 1907 vertrok Van der Hem naar Parijs.
Na zijn terugkeer in Amsterdam in 1908 was Van der Hem veel in de volksbuurten te vinden om er het straatleven in beeld te brengen. In het voorjaar van 1909 kon hij zijn werk presenteren op de tentoonstelling van de schildersvereniging 'Sint Lucas' in het Stedelijk Museum.In de jaren 1909-1914 gold Van der Hem, samen met jonge schilders als Piet Mondriaan, Jan Sluyters en Leo Gestel, als vertegenwoordiger van het Amsterdamse luminisme, de stroming die, uitgaande van het Franse impressionisme, vernieuwingen in de Nederlandse kunst bracht.
Van der Hem had zich intussen reeds geregeld op het terrein van de toegepaste grafiek begeven. Sinds het begin van zijn carrière deed hij - als nevenactiviteit - illustratiewerk voor kranten, tijdschriften en boeken. Verder ontwierp hij een groot aantal affiches. Vanaf 1914 tekende Van der Hem ook politieke prenten. Zijn vermogen om snelle en rake typeringen te geven, maakte hem in dit genre zeer geliefd. Werk van zijn hand verscheen onder meer in De Nieuwe Amsterdammer (1914-1920), de Haagsche Post (1920-1935) en de Haagsche Courant (1935-1941). Toen de Duitse censuur in 1941 de Nederlandse pers geheel beheerste, staakte Van der Hem zijn activiteiten als politiek tekenaar. Na de oorlog ging hij hier niet mee verder, en tot zijn overlijden in 1961 concentreerde hij zijn aandacht volledig op het portretschilderen.
Nom d'objetschilderij
Catégorie d'objetschilderijen
Dimensions
hoogte: 201.0 cm
breedte: 294.0 cm
diepte: 6.0 cm
breedte: 294.0 cm
diepte: 6.0 cm